Meteen naar de inhoud

Goed eten

In ons gezin was goed eten een ding. Met gemak aten we als kinderen twee borden warm eten tussen de middag. De situatie was zo dat er centraal werd opgeschept door de hulp in de huishouding. Vanuit de keuken. De kinderen (twaalf in getal!) zaten dan aan lange tafels en liepen met hun bord langs de opschepbalie. Degene die het eerste klaar was, kon dan als eerste ook weer voor de tweede ronde. En hoewel de anarchie met regels werd ingeperkt, was het beslist geen familie Von Trapp uit de Sound of Music. Flink dooreten werd beloond. Dat mijn vader dat belangrijk vond werd duidelijk toen twee van mijn zussen achterbleven in die race. Erger nog: zij kregen zelfs hun eerste bord niet leeg. 

De oplossing die bedacht kon worden waren eetpillen. Omdat ikzelf bezig was in de dagelijkse ratrace voor de tweede opschepronde, kon ik de resultaten daarvan natuurlijk niet goed volgen. Maar ik neem aan dat de pillen succesvol waren. Om twee redenen, mijn vader was huisarts en had ervoor doorgeleerd en vooral: hij had altijd gelijk! Net als ik dus. Zo zie je maar dat je ook de goede dingen doorkrijgt van je ouders. 

Overigens hadden wij een tamme kauw, Gerrit, die ook zelf heel goed zijn naam kon zeggen. Deze Gerrit was een echte dief (nou ja, bij wijze van spreken), zo had hij ook het pillendoosje van mijn zusje gepikt en leeggegeten. Mijn zusje vond dat wel prima, want ze nam ze toch niet. En mijn vader heeft er nooit wat van gemerkt, want hij wist gewoon dat het goed was.